Radio een onmisbaar medium

Loading

Hoe was het ook alweer, 84 jaar geleden? Tijdens de bezetting van Nederland deden de Duitsers er alles aan om ons te ontdoen van alles wat radio was. Men was bang dat op die manier het contact met Engeland in stand bleef. Maar de Kortegolf uitzendingen van het verzet bleven in volle hevigheid doorgaan. Voor de bezetters was dit natuurlijk een doorn in het oog en moesten in Ieder geval  iets ondernemen zodat er niet meer naar de Kortegolf uitzendingen  geluisterd kon worden.

Radio was vanaf 1923 pijlsnel een onmisbaar medium geworden. In juli 1940 verboden de Duitsers weliswaar het luisteren naar Engelse zenders, maar dat verbod was feitelijk een wassen neus: veel mensen luisterden desondanks. De Duitse stoorzenders hielpen ook alleen tegen uitzendingen op de middengolf en niet tegen die op de Kortegolf.

Daar mocht dan slechts een kwart van de Nederlandse radiotoestellen voor toegerust zijn, zodat het bereik van de Engelse zenders beperkt was, maar illegale bladen verspreidden hun berichtgeving verder, wat de invloed ervan weer groter maakte dan het radiobereik doet vermoeden.

In mei 1943 werd door de Duitse bezetters bepaald dat Nederlanders hun radiotoestellen moesten inleveren, met uitzondering van de leden van de NSB. De bezetters wilden zo voorkomen dat Nederlanders naar de Engelse radio luisterden. De Haarlemmers moesten hun radiotoestellen inleveren op 28 mei 1943. De toestellen werden opgeslagen in een gebouw van Vroom & Dreesmann op de hoek van de Korte Veerstraat en het Spaarne. 

Veel Haarlemmers verstopten hun toestel om zo stiekem naar de radio te kunnen luisteren. Zij luisterden onder andere naar Radio Oranje, ‘De stem van strijdend Nederland’. Dit is een radioprogramma van de gevluchte Nederlandse regering in Londen (in ballingschap). Het programma werd om 9 uur ’s avonds uitgezonden door de BBC. Koningin Wilhelmina sprak via dit programma het Nederlandse volk toe.

De Duitsers twijfelden lang of ze de radiotoestellen in beslag zouden nemen. Met zo’n maatregel zouden ze immers erkennen, dat er veel naar de Engelse radio werd geluisterd. Anderzijds vreesde de Wehrmacht bij een invasie instructies over de radio vanuit Londen. Pas toen de april-Meistakingen de Duitsers deden inzien dat ze de Nederlandse harten en hoofden niet meer voor zich konden winnen, besloten ze tot de confiscatie. Van 13 mei 1943 dateert het bevel dat bijna iedereen zijn radiotoestel moest inleveren. In elke gemeente diende de burgemeester als hoofd van de plaatselijke politie hiervoor te zorgen met een speciaal inleveringsbureau.

In de gemeente Noorddijk leverden op 1, 2, 4 en 24 juni 1943 in totaal 329 gezinshoofden radiotoestellen in. Het hier bewaard gebleven register bevat hun namen, adressen en het merk van hun apparatuur, maar niet de type-nummers, hoewel dat ook verplicht was. In 1940 telde de gemeente Noorddijk 681 huizen, zodat er in ruim 48 % van de woningen een ingeleverde radio aanwezig was geweest. Ter vergelijking: in de gemeente Hoogkerk werden dezelfde maand 436 toestellen ingeleverd, terwijl die gemeente een 1013 woningen telde, zodat daar dus in 43 % van de woningen een ingeleverde radio had gestaan. Dat was wat minder dan in Noorddijk, maar in Hoogkerk woonden meer industrie-arbeiders, die zich wellicht wat minder goed een radio konden veroorloven. Anderzijds hadden boeren, in Noorddijk beter vertegenwoordigd, vaak een radio vanwege de berichten voor land- en tuinbouw.

Een radiotoestel kostte destijds minstens een maandsalaris. Lang niet iedereen leverde dus zijn toestel in, of deed dat met een oud toestel, terwijl het nieuwe achterbleef en verstopt werd. Ook hoefden Duitsers en NSB-ers hun apparaten niet in te leveren. Lou de Jong becijferde dat een kwart van het landelijk totale aantal toestellen onder de mensen bleef, terwijl dat aandeel bij Verheijen neerkomt op 42 %. Rekenend met zulke verhoudingsgetallen zou het totale aantal radiotoestellen voor Noorddijk kunnen worden geschat op een 439 à 567, zodat daar voorafgaand aan de confiscatie in 64 tot 83 % van de huizen een radio aanwezig was. Voorwaar een hoge dekkingsgraad voor zo’n vrij nieuw apparaat!

Ik ben van mening dat ook dit stukje geschiedenis over radio niet mocht ontbreken op onze site van Radio Classic Sunday, radio heeft er met name aan bijgedragen dat er aan de tweede wereldoorlog een einde kwam.

Ons respect gaat dan ook uit naar alle radio en verzetshelden uit die tijd, die met gevaar voor eigen leven deze Kortegolf uitzendingen hebben gedaan voor volk en vaderland.

Ook heden ten dage is en blijft de radio een hele belangrijke manier om te communiceren.

Naast internet zal de korte golf  radio naar mijn mening niet uitsterven en altijd blijven bestaan.

Kortegolf radio leeft  en heel veel luisterplezier 73.

(René Koolenbrander.)

0 replies on “Radio een onmisbaar medium”